schaal van Richter
De schaal van Richter wordt gebruikt om de sterkte van een aardbeving aan te geven. Dit wordt gemeten met een seismograaf en wordt aangegeven als Magnitude. De schaal van Richter is logaritmisch, d.w.z. dat een factor 10 in uitslag op het seismogram, 1 magnitude verschil vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld een beving met een magnitude 6 geeft een 1000 keer grotere uitslag dan een van magnitude 3. De schaal is zowel naar beneden als naar boven onbegrensd . De sterkste meting ooit gemeten had een magnitude van 9.5 en vond plaats voor de kust van Chili in 1960. De energie die vrijkomt bij een beving neemt per magnitude nog eens toe met een factor van ca.30, zoals experimenteel is vastgesteld. Bij een beving van magnitude 6 komt dus 30x30 meer energie vrij dan bij een beving met magnitude 4. Naast de schaal van Richter wordt ook de intensiteitenschaal van Mercalli gebruikt, die een maatstaf is voor de schade die een aardbeving aanricht. Deze schaal loopt van I t/m XII, van nauwelijks voelbaar tot algemeen verwoestend. In het epicentrum van de beving is de schade meestal het grootst, maar ook sterk afhankelijk van de diepte van de beving (het hypocentrum), de bouwwijze en het soort ondergrond. Hoe verder verwijderd van het epicentrum des te geringe wordt deze intensiteit waargenomen
Welke Haarlemse schilder uit de Gouden Eeuw werd bekend om zijn portretten?
mediacratie
Term om aan te geven dat politieke opvattingen en voorkeuren steeds meer worden beïnvloed door de manier van optreden van politici op de televisie en steeds minder door partijprogramma\'s. Samentrekking van media en democratie. Daarom ook wel tv-democratie genoemd.