duivel

(Hebreeuws: Satan; Grieks: Diabolos) Gods tegenstander, de Boze, verpersoonlijking van het kwaad. Ook 'de draak', 'de oude slang', 'de vorst dezer wereld', 'Lucifer', 'Beëlzebub' en 'Belial' genoemd. De duivel verschijnt in de Bijbel voor het eerst ten tonele in 1 Kronieken 21:1 als 'afsplitsing' van God. Geleidelijk aan raakt hij ingeburgerd en neemt de duivelsgestalte vaster vormen aan. Het Nieuwe Testament vertelt hoe de duivel Jezus in verzoeking brengt (Mattheüs 4), hoe Jezus demonen uitdrijft en hoe de strijd tussen goed en kwaad uiteindelijk door Michaël en zijn engelen wordt beslecht.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

Mythologie > Grieks-Romeins

Demeter

In de Griekse mythologie de godin van de vruchtbaarheid en de aarde, die de vruchten voortbrengt, in het bijzonder de granen. Uit haar verbintenis met Zeus (haar broer) kreeg zij een dochter, Persefone. Toen Persefone door Hades naar de onderwereld was ontvoerd, ging Demeter haar zoeken. Zij dwaalde over de aarde, die al die tijd geen graan voortbracht. De winter was over het land gekomen. Zeus zond uiteindelijk Hermes naar de onderwereld, met de opdracht Persefone naar haar moeder terug te brengen. Zij moest voortaan een derde deel van het jaar in de onderwereld doorbrengen en de overige tijd op aarde. Dit symboliseerde de wisseling van de seizoenen.