Francis Bacon
(1561-1626) Britse filosoof en staatsman, die verschillende hoge posities bekleedde, maar in 1621 wegens corruptie uit al zijn politieke functies werd ontheven. Hij was ervan overtuigd dat de aristotelisch-scholastieke wetenschapsopvatting haar tijd gehad had en geen vruchten meer afwierp. Hij dacht erover na hoe de wetenschappen vernieuwd konden worden, preciezer: welke onderzoeksmethode de juiste was en wat het doel was van de wetenschappen. Wat dat laatste betreft huldigt hij de stelling dat kennis ertoe dient om macht te krijgen over de natuur ('kennis is macht'). Voordat de vernieuwing van de wetenschap kan worden uitgevoerd, is het van belang om de dwalingen uit het verleden ('idola' in de terminologie van Bacon) uit de weg te ruimen. Wat betreft de wetenschappelijke methode hamert Bacon op het belang van observatie en experiment; alleen op die manier kan onze kennis verruimd worden, met andere woorden, hij breekt een lans voor de inductieve methode. Dat betekent echter niet een blind vergaren van alle mogelijke ervaringsgegevens: 'Uit de innige verbintenis tussen ervaring en rede, iets wat tot op heden nog niet heeft plaatsgevonden, mag men alles verwachten.'
Welke Haarlemse schilder uit de Gouden Eeuw werd bekend om zijn portretten?
mediacratie
Term om aan te geven dat politieke opvattingen en voorkeuren steeds meer worden beïnvloed door de manier van optreden van politici op de televisie en steeds minder door partijprogramma\'s. Samentrekking van media en democratie. Daarom ook wel tv-democratie genoemd.