John Rawls

(1921-2002) Amerikaanse sociaal en politiek filosoof. Hij vroeg zich af hoe een rechtvaardige samenleving eruit moet zien. Hij ging uit van een denkbeeldige beginsituatie, waarin vrije individuen onderhandelen over een contract op basis waarvan een maatschappij moet worden ingericht. Cruciaal in deze situatie is dat de onderhandelingspartners onwetend zijn over de sociaal-relevante feiten van henzelf, ras, geslacht, godsdienst, sociale afkomst, aangeboren talenten, enz. Ze onderhandelen dus als het ware onder een 'sluier van onwetendheid' (veil of ignorance). De stelling van Rawls was dat de individuen in een dergelijke situatie het eens zullen worden over een maatschappelijk contract, waarin ten eerste de vrijheid van ieder individu wordt gegarandeerd en dat ten tweede aan iedereen gelijke kansen biedt op een aandeel in de maatschappelijke welvaart. De maatschappelijke principes die in een dergelijk denkbeeldig contract zouden worden vastgelegd, moeten de criteria zijn waaraan elke samenleving moet voldoen wil zij een rechtvaardige samenleving zijn.
Rawls herleidde ze tot drie basisprincipes:
1. elk individu heeft het recht op 'de grootst mogelijke gelijke vrijheid', zoveel vrijheid als verenigbaar is met dezelfde vrijheid van ieder ander individu,
2. sociale en economische ongelijkheden mogen alleen voortvloeien uit maatschappelijke instituties en posities die voor iedereen, onder gelijke kansen openstaan,
3. de onder 2. genoemde ongelijkheden zijn alleen dan toegestaan als ze tot voordeel strekken van de minstbedeelden (difference principle).
Rawls ideeën over de rechtvaardige samenleving hebben een enorme invloed gehad op de ideologie van de sociaal-democratie; hij behoort dan ook tot de belangrijkste ethisch-politieke denkers van de twintigste eeuw.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke Haarlemse schilder uit de Gouden Eeuw werd bekend om zijn portretten?


JUIST!NIET JUIST!

Frans Hals

Media > print, radio en televisie

mediacratie

Term om aan te geven dat politieke opvattingen en voorkeuren steeds meer worden beïnvloed door de manier van optreden van politici op de televisie en steeds minder door partijprogramma\'s. Samentrekking van media en democratie. Daarom ook wel tv-democratie genoemd.