structuralisme
Filosofische benadering van de werkelijkheid waarin de individuele verschijnselen worden opgevat als elementen uit een systeem. Om een bepaald verschijnsel te begrijpen moet men dus in de eerste plaats nagaan welke plaats het inneemt in het systeem als geheel en wat zijn relatie is met andere elementen uit het systeem. Voor het eerst ontwikkeld door Ferdinand de Saussure (1857-1913).
Als een manier om de betekenis van woorden in een taal te bepalen, werd het structuralisme als methode toegepast in de culturele antropologie (Lévi-Strauss), in de psychoanalyse (Lacan), in het marxisme (Althusser).
In de jaren zestig en zeventig maakte het structuralisme opgang in Frankrijk met denkers als Michel Foucault en Roland Barthes. In hun denken wordt het structuralisme gebruikt als wapen tegen het humanisme, waarmee zij de mythe van het autonome en soevereine subject onderuit halen: De mens mag dan wel denken dat hij vrij en soeverein is, maar in wezen wordt zijn gedrag volledig bepaald door dwingende maatschappelijke en culturele structuren. Hij is slechts een ondergeschikt element in een systeem.
Welke Haarlemse schilder uit de Gouden Eeuw werd bekend om zijn portretten?
mediacratie
Term om aan te geven dat politieke opvattingen en voorkeuren steeds meer worden beïnvloed door de manier van optreden van politici op de televisie en steeds minder door partijprogramma\'s. Samentrekking van media en democratie. Daarom ook wel tv-democratie genoemd.