Franse Revolutie

Franse Revolutie (1789-1795) De oorzaken van deze revolutie zijn ingewikkeld. Er bestond politieke onvrede omdat de economisch steeds machtiger wordende burgerij weinig directe invloed kreeg en zich beknot voelde door overblijfselen van het feodalismeb.
Bovendien leden grote delen van de boerenbevolking armoede, maar verzetten zich toch ook tegen een commerciëlere aanpak van de landbouw, want behalve dat de feodale verhoudingen hen plichten oplegden, gaven die hen ook zekerheid en rechten.
Van invloed was ook dat de Verlichting een stemming had geschapen waarin kritisch denken werd bevorderd. Tegelijkertijd was in tal van schandaleuze volksgeschriften het koninklijk gezag belachelijk gemaakt.
Toen Lodewijk XVI in 1789 de Staten-Generaal bijeenriep om financiële problemen te bespreken, eiste de burgerij een grondwet. Lodewijk antwoordde met het sturen van troepen, en de vlam sloeg in de pan. De gevangenis burcht Bastille, symbool van onderdrukking, werd bestormd en een 'Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger' opgesteld.
In 1791 vluchtte Lodewijk, maar hij werd teruggehaald en in 1793 terechtgesteld. De revolutie werd steeds radicaler en gewelddadiger. Frankrijk raakte in oorlog met Oostenrijk omdat men dacht dat van daaruit de revolutie werd bedreigd.
In 1792 werd de Republiek uitgeroepen en kreeg het Comité de Salut Public (Comité voor Openbaar Welzijn) de macht. Daarin kregen de door Robespierre geleide Jakobijnen steeds meer invloed. Na de terechtstelling van de gematigder Danton had Robespierre alle macht en oefende een Terreur uit. Met zijn val in 1794 keerde de gematigdheid terug, maar de Republiek bleef en kreeg in 1795 een grondwet.
Tezelfdertijd werden de beginselen van de revolutie 'geëxporteerd' naar andere landen (zoals naar de Bataafse Republiek). Hoewel men na de napoleontische tijd door een herstel van oude verhoudingen (Restauratie) de democratiserende invloed van de Franse Revolutie ongedaan probeerde te maken, betekende zij een radicale ommekeer in het Europese denken en in de sociale verhoudingen. De revolutie geldt als de bevestiging van de macht van de burgerij.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.