Media

Rond 1950 telde Nederland meer dan honderd dagbladtitels, nu zijn er nog maar acht over, die alle - tegen betaling - ook online kunnen worden geraadpleegd. Maar waarom zou je dat doen, als gratis nieuws elders op het net overvloedig aanwezig is? Voor kranten, radio- en televisieprogramma’s die aan degelijke waarheidsvinding doen is dat niet gemakkelijk. Serieuze journalisten en redacteuren moeten immers betrouwbare bronnen raadplegen en de feiten checken om fake news van echt nieuws te kunnen onderscheiden. Dat is tijdrovend en duur. Maar daarmee dienen deze media wel de opinievorming die voor een democratie van het grootste belang is.

In dit hoofdstuk wordt de ontstaansgeschiedenis van een kleine, toonaangevende groep dag- en weekbladen uit binnen- en buitenland beschreven. Daarnaast komen journalistieke instellingen en bedrijven aan bod, en al of niet publieke omroepverenigingen. Een aantal in de journalistiek gebruikelijke termen wordt uitgelegd, evenals enkele aan het televisie- en internettijdperk ontleende begrippen, zoals I-pad, app en google.

Woorden en begrippen die algemeen gebruikelijk en bekend zijn, zoals doelgroep of reclamefilm, staan hier niet in, evenmin als woorden die o.i. te specialistisch zijn, zoals e-commerce of webdesign. Maar wij staan open voor suggesties.

Deze begrippen zou je volgens ons echt moeten kennen.