publieke omroep

Nederlands omroepstelsel, waarbij verenigingen met leden de uitzendingen verzorgen. Uniek in de wereld. Aanvankelijk waren het vijf op levensbeschouwing gebaseerde verenigingen met leden die contributie betaalden: AVRO, KRO, NCRV, VARA en VPRO. In 1968 kwam de EO daarbij, geen vereniging, maar een stichting met donaties. Toen de bijdragen van leden niet meer voldoende waren werden ze aangevuld met geld van de wettelijk verplichte omroepbijdrage en sinds 1967 met reclame inkomsten uit de STER. In datzelfde jaar ontstond het zogeheten 'open bestel' waardoor het mogelijk werd een omroepvereniging op te richten zonder levensbeschouwelijke basis. De TROS was de eerste, daarna BNN en als laatste omroep MAX voor vijftigplussers. Het aantal leden bepaalt de hoeveelheid zendtijd. Men moet voldoen aan de eis van een 'totaalprogramma', waarin zowel actualiteiten als amusement, cultuur enzovoort een plaats krijgen.
Vanwege de in 2011 opgelegde bezuinigingen op de Publieke Omroep besloten AVRO en TROS samen te gaan, VARA en BNN, KRO en NCRV. Alleen EO, VPRO en omroep MAX blijven zelfstandig.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke veldheer trok met zijn leger en olifanten over de Alpen naar Italië?


JUIST!NIET JUIST!

Hannibal

opzet

Heeft betrekking op de wil van iemand die een handeling verricht. Een opzettelijke daad wordt met de wil op, of in ieder geval de acceptatie van, een bepaalde uitkomst verricht. Je weet wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Er wordt dan ook wel gesproken van \'willens en wetens\'. Doelbewuste opzet op het doden van iemand door een pistoolschot is willen dat die persoon overlijdt als gevolg van het pistoolschot. Voorwaardelijke opzet is als je er rekening mee houdt dat je gedrag een bepaald gevolg kan hebben en er toch mee doorgaat. Iemand schiet met een pistool, wetend dat hij een ander zou kunnen raken. Als dat gebeurt is sprake van voorwaardelijke opzet. Het tegenovergestelde van opzettelijk is per ongeluk. In het strafrecht is opzet nodig om te kunnen spreken van een ernstig misdrijf.