aardbeving

Een aardbeving zijn trillingen van de oppervlakte van de aarde als gevolg van het botsen van platen van de aardkorst. Daaronder, in de aardmantel, stroomt magma als gevolg van temperatuursverschillen. Deze convectiestromen trekken de platen mee. Op plaatsen waar deze dan op elkaar botsen of over elkaar heen schuiven ontstaan aardbevingen. De meeste aardbevingen ontstaan diep in de aarde, het hypocentrum genoemd. Loodrecht boven het hypocentrum, aan het aardoppervlak, bevindt zich het epicentrum. De kracht van een aardbeving wordt aangegeven door middel van een getal op de schaal van Richter, vaak in combinatie met de schaal van Mercalli, die een aanwijzing geeft voor de schade. De zwaarste aardbeving in Nederland was bij Roermond in 1992 met een sterkte van 5,8 op de schaal van Richter; de één na zwaarste in 1932 bij Uden met sterkte 5,0 op de schaal van Richter.

Zie ook platentektoniek en aardgas.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.