ijstijd

De grote ijstijd (eigenlijk: het grote glaciaal, 600.000 - 10.000 v.Chr.), bestond uit vier kleinere glacialen: De cromer-ijstijd, de elster-ijstijd, het saalien en het weichselien. In de glacialen was het kouder dan tegenwoordig, en grote delen van de continenten waren bedekt met landijs. Deze glacialen werden afgewisseld met interglacialen: warmere perioden tussen twee ijstijden.
Zie ook ijstijden in het hoofdstuk De aarde, het klimaat en het weer.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.