ijstijd

De grote ijstijd (eigenlijk: het grote glaciaal, 600.000 - 10.000 v.Chr.), bestond uit vier kleinere glacialen: De cromer-ijstijd, de elster-ijstijd, het saalien en het weichselien. In de glacialen was het kouder dan tegenwoordig, en grote delen van de continenten waren bedekt met landijs. Deze glacialen werden afgewisseld met interglacialen: warmere perioden tussen twee ijstijden.
Zie ook ijstijden in het hoofdstuk De aarde, het klimaat en het weer.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?


JUIST!NIET JUIST!

Hans Christian Andersen

gulden snede

Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance