dogma
(Grieks: bevel, besluit). Op gezag berustende en in bepaalde kring als waarheid erkende uitspraak. Binnen de christelijke traditie kreeg het woord de betekenis van bindende uitspraak over het geloof of een onderdeel ervan.
Hoewel het bijvoeglijk naamwoord dogmatisch van dogma is afgeleid, heeft het een andere, negatieve betekenis: voor een dogmaticus is alleen zijn eigen overtuiging waar.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance