art nouveau
Decoratieve stijl rond 1900 - in duitstalige landen Jugendstil genoemd - die in alle kunstvormen werd toegepast. Ontwikkelde zich in het begin van de jaren negentig van de negentiende eeuw en liep door tot in de twintigste eeuw. De vormentaal van art nouveau is schatplichtig aan de 'arts and crafts'-beweging en kenmerkt zich door de toepassing van organische plant-, mens- en diermotieven, die soms sterk gestileerd zijn, maar vaker vervormd worden tot grillige lijnen. Gekleurd en geëmailleerd glas en smeedijzer waren geliefde materialen. Bekende voorbeelden zijn: de Parijse metro (Guimard) en sieraden en glas van René Lalique (sieraden. In België Henry van de Velde en Horta. In Groot Brittannie Aubrey Beardsley en Charles Rennie Mackintosh. In Oostenrijk was de art nouveau verbonden met de Wiener Werkstätte die onder leiding van Josef Hoffmann stond. Ook de Spaanse architect Gaudi kan, hoewel hij een geheel eigen stijl had, samengesteld uit gotische en Moorse elementen, worden gezien als een representant van art nouveau. In Nederland werd naast de vertaling 'Nieuwe Kunst' de term 'slaoliestijl' gebruikt, afgeleid van de affiches van Jan Toorop voor de Delftsche Slaolie Fabrieken.
Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?
clair-obscur
(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.
De 10 meest gezochte woorden en begrippen van de afgelopen week
- als klap op de vuurpijl
- ijs en weder dienende
- zout in de wond strooien
- water en vuur zijn
- ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was
- waar het hart vol is loopt de mond van over
- met een kluitje in het riet sturen
- als de vos de passie preekt
- de kastanjes uit het vuur halen
- vinger aan de pols houden