Eddy Grootes
Eddy Grootes (1936) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na enige jaren leraarschap werd hij in 1965 aangesteld als wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Neerlandistiek aan de UvA. Hij promoveerde in 1973 op een proefschrift over P.C. Hoofts Schijnheiligh en Pietro Aretino's Hipocrito . In 1976 werd hij benoemd tot hoogleraar met als leeropdracht historische Nederlandse letterkunde. Hij publiceerde boeken en artikelen over 17de- eeuwse Nederlandse letterkunde o.a. over Bredero, Hooft, Vondel, Cats, over populair proza en literatuur-geschiedschrijving. In 1997 ging hij met emeritaat.