Hegel

Georg Wilhelm Friedrich (1770-1831) Duitse filosoof, kopstuk van het Duitse idealisme van de negentiende eeuw, dat hij uitbouwt tot het systeem van het absolute idealisme. Filosofie is, volgens Hegel, niets meer en niets minder dan de wetenschap van het absolute. Dit absolute is de rede, de Idee en het is de enige werkelijkheid. De Idee is niet statisch maar dynamisch, ze ontwikkelt zich in een dialectisch proces: de Idee veruitwendigt zich in een anders-zijn, de natuur, en keert vervolgens weer als geest bij zichzelf terug. En dit gebeurt volgens de drieslag these - antithese - synthese, in dit geval Idee - natuur - geest: de these slaat om in haar tegendeel, de antithese, waarna these en antithese zich op een hoger plan verenigen tot de synthese, die op haar beurt weer als these fungeert enzovoorts. In zijn hoofdwerk Phänomenologie des Geistes beschrijft Hegel dit proces, dat niet alleen de ontwikkeling van de Idee in het denken omvat maar ook in het Zijn, de realiteit: denken en Zijn zijn identiek. Hegel past zijn methode toe op alle gebieden van de werkelijkheid; natuur, geschiedenis van de mensheid, godsdienst, staatsinrichting en filosofie. Op al die gebieden ontvouwt de Idee zich tot steeds grotere volmaaktheid. En dat proces heeft een duidelijk eindpunt, namelijk het christendom, de Pruisische staat en de filosofie van Hegel zelf. De Idee is hier weer bij zichzelf gekomen als absolute geest, en daarmee is de geschiedenis tot een einde gekomen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.