terug naar zoekresultaten voor 'filosofie'

Husserl

Edmund (1859-1938) Duitse filosoof, grondlegger van de fenomenologie. Hij begon met zich af te vragen wat de status is van de logische en wiskundige waarheden en concludeerde dat deze niet empirisch noch psychologisch kunnen worden gefundeerd. Ze vormen een geheel eigen, zelfstandig domein, waar we naar verwijzen als we een uitspraak doen. Zo komt Husserl tot de gedachte dat er onafhankelijk van onze psyche en van de zintuiglijke objecten een zelfstandige, ideële wereld bestaat. We kunnen deze ideële wereld alleen benaderen door een onmiddellijk, intuïtief schouwen (Wesensschau). De fenomenologische methode nu levert de instrumenten om tot het zuivere wezen van de dingen door te dringen. Het belangrijkste instrument is het 'tussen haakjes zetten' (fenomenologische reductie), het buiten beschouwing laten van bepaalde elementen van het onmiddellijk gegevene. In de eerste plaats moet men zich onthouden van een eigen oordeel over de zaak (epoche) en in de tweede plaats moet men afzien van het bijzondere individuele bestaan van de zaak. Husserl heeft in zijn werk talrijke voorbeelden gegeven van een dergelijke benadering. Zijn methode vond in de twintigste eeuw veel weerklank: veel denkers, onder anderen Scheler, Heidegger en Sartre hebben haar in hun filosofie toegepast.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.