terug naar zoekresultaten voor 'filosofie'
Schopenhauer
Arthur (1788-1860) Duits filosoof in de traditie van Kant; hij is de geschiedenis ingegaan als de filosoof van het pessimisme. Hij schreef op betrekkelijk jonge leeftijd zijn hoofdwerk, met de programmatische titel De wereld als wil en voorstelling (1818), waarin hij zijn filosofische systeem, naar eigen zeggen de definitieve oplossing van het wereldraadsel, uiteenzette. Hij verwachtte dat zijn werk als een bom zou inslaan, maar het werd nauwelijks door de filosofische goegemeente opgemerkt (ofwel het werd doodgezwegen, zoals de tot paranoia geneigde filosoof het zelf wenste te omschrijven).
Een academische loopbaan kon hij vergeten; hij trok zich verbitterd terug en leidde een onopvallend leven in Frankfurt en wijdde zich nog uitsluitend aan de aanvulling en vervolmaking van zijn systeem. Pas zeven jaar voor zijn dood werd de stilte rond zijn werk verbroken, door een waarderend artikel in een gerenommeerd Engels tijdschrift: de 'komedie van zijn roem' nam een aanvang. Schopenhauer gaat verder waar Kant ophoudt, bij het ding-op-zichzelf. Volgens Kant was dit onkenbaar; daarmee is Schopenhauer het eens, we kunnen het niet met ons verstand bereiken. Maar de mens heeft er wel toegang toe via innerlijke ervaring. Hij merkt immers dat hij meer is dan alleen voorstelling, namelijk een blinde drang, een wil om te leven. Dus hij ervaart aan den lijve dat hij enerzijds voorstelling is en anderzijds wil. Dit beschouwt Schopenhauer als de sleutel tot de hele werkelijkheid, die in wezen voorstelling en wil is, waarvan de wil het primaire is, het ding-op-zichzelf. Deze Wil, een onbewuste, blinde drang, manifesteert zich in alle afzonderlijke verschijnselen, in de levenloze steen evenzeer als in het dier en de mens. Het opmerkelijke is dat dit oerprincipe, de Wil, niet het goede is maar het slechte. Het slechte ligt dus ten grondslag aan de wereld - dat was in de filosofie nog niet eerder vertoond. Dat de filosofie van Schopenhauer ten diepste pessimistisch is, komt ook tot uitdrukking in zijn ethiek, die erop neerkomt dat we de Wil zoveel mogelijk moeten negeren door middel van ascese en door ons toe te leggen op de kunst. Schopenhauer heeft een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op kunstenaars, waar het feit dat hij de kunst een grote rol toedichtte in zijn ethiek niet vreemd aan zal zijn.
Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?
clair-obscur
(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.
De 10 meest gezochte woorden en begrippen van de afgelopen week
- als klap op de vuurpijl
- ijs en weder dienende
- zout in de wond strooien
- water en vuur zijn
- ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was
- waar het hart vol is loopt de mond van over
- met een kluitje in het riet sturen
- als de vos de passie preekt
- de kastanjes uit het vuur halen
- vinger aan de pols houden