syllogisme
Een deductieve redenering, waarbij het bijzondere uit het algemene wordt afgeleid. Deze bestaat uit drie oordelen, waarvan de eerste twee de premissen worden genoemd en de derde de conclusie. Elk oordeel bevat twee termen, de subjectterm en de predikaatterm. De beide premissen moeten minstens één term gemeen hebben, de zogenaamde middenterm. De term die in de conclusie de predikaatterm is, wordt de majorterm genoemd en de subjectterm de minorterm. De premisse waarin de majorterm voorkomt, noemt men de major, die waarin de minorterm voorkomt de minor.
Voorbeeld: alle mensen zijn sterfelijk (major); Aristoteles is een mens (minor); Aristoteles is sterfelijk.
Welke Haarlemse schilder uit de Gouden Eeuw werd bekend om zijn portretten?
punk
In de jaren \'70 opgekomen stroming binnen de Britse rock-\'n-roll (en jeugdcultuur) die zich met eenvoudige en keiharde Do-It-Yourself-muziek afzette tegen pompeuze supersterren en hippies, en die in de songteksten anarchie (\'no future\') en revolutie predikte. Invloedrijkste groepen: Sex Pistols en The Clash. Zie ook new wave.