syllogisme

Een deductieve redenering, waarbij het bijzondere uit het algemene wordt afgeleid. Deze bestaat uit drie oordelen, waarvan de eerste twee de premissen worden genoemd en de derde de conclusie. Elk oordeel bevat twee termen, de subjectterm en de predikaatterm. De beide premissen moeten minstens één term gemeen hebben, de zogenaamde middenterm. De term die in de conclusie de predikaatterm is, wordt de majorterm genoemd en de subjectterm de minorterm. De premisse waarin de majorterm voorkomt, noemt men de major, die waarin de minorterm voorkomt de minor.
Voorbeeld: alle mensen zijn sterfelijk (major); Aristoteles is een mens (minor); Aristoteles is sterfelijk.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.