fotomusea
In Nederland zijn er sinds 1910 diverse initiatieven geweest om te komen tot de oprichting van een fotomuseum. Door verwerving van de collectie van de amateurfotograaf Auguste Grégoire voor het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden legde professor H. van de Waal in 1953 de basis voor de eerste openbare collectie fotografie als artistiek medium. Vanaf 1958 begon ook het Stedelijk Museum Amsterdam fotografie te verzamelen en in 1994 volgde het Rijksmuseum na overdracht door de Staat van de eerder verworven collecties van Bert Hartkamp en Willem Diepraam. Mede gestimuleerd door de bekendmaking in 1997 van het legaat van Hein Wertheimer voor de oprichting van een Nederlands fotomuseum volgden nieuwe initiatieven elkaar in hoog tempo op: Huis Marseille van de particuliere De Pont Stichting (1999), FOAM (2001) in Amsterdam en Fotomuseum Den Haag (2002). In Rotterdam sloegen het Nederlands Fotoarchief, het Nederlands Foto Instituut en het Nationaal Fotorestauratie Atelier in 2003 de handen ineen onder de naam Nederlands Fotomuseum en de jaarlijkse opbrengst uit het Wertheimer-legaat werd voor drie jaar aan dit museum toegekend.
Zie ook amateurfotografie.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
ooievaar
Geluksbrenger. De terugkerende ooievaars werden gezien als voorboden van de lente. En als een paar op een dak van een huis nestelde, geloofde men dat de bewoners een voorspoedig jaar tegemoet gingen. De ooievaar als brenger van kindertjes stamt uit Duitsland en is pas begin negentiende eeuw naar Nederland overgewaaid. Het paste wel bij de tijd dat nog niet openlijk over seksualiteit en geboorte werd gesproken. De gewoonte om als een kind is geboren een houten ooievaar in de tuin te zetten komt ook uit Duitsland maar is in Nederland van later datum, zo begin twintigste eeuw.