standen
Groepen in de maatschappij waaraan middeleeuwse auteurs een eigen functie (bidden, vechten, werken) toekenden. In de praktijk onderscheidde men op andere manier drie standen: adel, geestelijkheid en burgerij, met elk hun eigen rechten en verplichtingen. Hun leiders overlegden met de vorst in de zogeheten Staten- of standenvergaderingen.
Zie ook parlement en Staten
.
in dit hoofdstuk
in dit hoofdstuk
Volg CultureelWoordenboek.nl: