Staten

Staten waren het College van voormannen van de standen van een gewest ('land'). Zij werden bijeengeroepen door de landsheer. Dit leidde tot medezeggenschap in en controle op het beleid, omdat de landsheer hen dikwijls bijneenriep als hij een beroep moest doen op de financiën van zijn onderdanen. Die stelden daar dan voorwaarden tegenover. De staten bewaakten hun gewestelijke belangen nauwgezet. Welke stand binnen het Statencollege de meeste invloed uitoefende was afhankelijk van factoren als rijkdom en macht. Ontstaan in Frankrijk en later ingevoerd door de Bourgondische hertogen in hun gebieden. In de Staten-Generaal schiep de vorst een platform voor overleg met alle gewesten. Deze term wordt tegenwoordig in Nederland gebruikt voor de gezamelijke Tweede en Eerste Kamer.

Zie ook parlement.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.