Noordhollandsch kanaal
Het Noordhollands kanaal werd in 1824 geopend. De vaart met grote zeilschepen over de Zuiderzee, van en naar de havens van Amsterdam, Edam, Harderwijk, Hoorn, Stavoren, Workum, enzovoorts, had in de zeventiende eeuw veel welvaart gebracht. Maar de Zuiderzee was door zijn ondiepten verraderlijkl en vooral bij laag water werd de doorvaart van en naar Amsterdam steeds moeilijker. Voor het eilandje Pampus was de zee zelfs zo ondiep dat de vrachten voor Amsterdam daar op kleinere schepen moesten worden overgeladen.
Daarom werd besloten een 75 km lang kanaal van Amsterdam naar Den Helder te graven, waarbij onder andere gebruik gemaakt kon worden van gedeelten van de ringvaarten van de Beemster en de Schermer. Eind 1824 voer er het eerste grote zeilschip doorheen naar zee, 'gejaagd' door acht paarden.
Maar al gauw werd het kanaal te klein voor de steeds talrijker en grotere (stoom)schepen. Daarom werd in 1862 besloten tot uitvoering van een al uit 1772 stammend plan om de duinen bij Beverwijk te doorgraven: het het veel kortere Noordzeekanaal kwam tot stand.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
ooievaar
Geluksbrenger. De terugkerende ooievaars werden gezien als voorboden van de lente. En als een paar op een dak van een huis nestelde, geloofde men dat de bewoners een voorspoedig jaar tegemoet gingen. De ooievaar als brenger van kindertjes stamt uit Duitsland en is pas begin negentiende eeuw naar Nederland overgewaaid. Het paste wel bij de tijd dat nog niet openlijk over seksualiteit en geboorte werd gesproken. De gewoonte om als een kind is geboren een houten ooievaar in de tuin te zetten komt ook uit Duitsland maar is in Nederland van later datum, zo begin twintigste eeuw.