kolenmijnen in Limburg
Kolenmijnen in Limburg. Al vanaf de twaalfde eeuw werden in Kerkrade kolen gedolven. Vanaf het midden van de negentiende eeuw kwamen daar de in particliere handen zijnde Domaniale mijnen pas echt tot bloei, geholpen door de nieuwe stoomkracht voor pompen en liften en nieuwe technieken voor het bouwen van mijnschachten.
In de eerste helft van de twintigste eeuw kwamen in Zuid-Limburg naast de vele particuliere mijnen ook de grote Staatsmijnen tot stand, met spoorlijnen naar Aken voor het Roergebied en naar de Maas bij Stein voor het transport van de kolen. Totdat eind jaren zestig het Nederlandse aardgas op grote schaal beschikbaar kwam vormden de Limburgse kolen onze belangrijkste bron van kachelwarmte, en van stoomkracht voor treinen, schepen en fabrieken. In 1974 brachten de mijnwerkers de laatste kolen boven de grond.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance
