Olympische Spelen 1928
De olympische zomerspelen van 1928 werden in Amsterdam gehouden. Voor dat doel werd begin 1926 begonnen met de bouw van een voor die tijd heel modern stadion in een drassig veengebied. Het ontwerp was van de architect Jan Wils. Het stadion bood plaats aan 30.000 toeschouwers. In 1938 werd een tweede en hogere ring met tribunes toegevoegd waardoor er ruim twee keer zoveel plaatsen voor toeschouwers kwamen.
Bij de spelen van '28 werd voor het eerst in de geschiedenis van de spelen een olympische (gas)vlam ontstoken, maar nog zonder een voorafgaande estafette met een brandende fakkel. Die kwam er pas bij de spelen van 1936 in Berlijn. Ook voor het eerst waren er atletiek en gymnastiekwedstrijden voor vrouwen.
De Nederlandse heren haalden gouden medailles bij boksen (Bep van Klaveren), wielrennen (op tandem) en paardensport; de dames bij zwemmen (Marie Braun) en turnen (het hele team). Zilver was er onder andere voor het heren hockeyteam.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance