Collectie Goudstikker
Collectie Goudstikker is een collectie kunstwerken – oorspronkelijk 1113 stuks groot – van de joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker (1897-1940) die na diens dood werd verkocht aan nazi-leider en kunstminnaar Hermann Göring. Op zijn beurt verkocht Göring hiervan weer een groot deel aan de Duitse kunsthandelaar Miedl, die Goudstikkers zaak in de oorlog voortzette. Na de oorlog werden 267 van de kunstwerken in Duitsland teruggevonden en als 'vijandelijk vermogen' in beslag genomen. Hiervan werd een groot deel in bruikleen gegeven aan Nederlandse musea.
Rond deze collectie ontstond een langdurige juridisch gevecht om de eigendomsrechten tussen de erven Goudstikker en de Nederlandse Staat. Uiteindelijk werd een bemiddelingscommissie benoemd die zich voor teruggave aan de erven Goudstikker uitsprak. Hiermee ging de Nederlandse staat in 2006 akkoord. Aan Marei von Saher, schoondochter en eerste erfgename van Jacques Goudstikker werden 202 kunstwerken teruggegeven. De rest van de schilderijen bleken verkocht of vermist te zijn, vernietigd, ontvreemd of onvindbaar.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance