woningnood

De woningnood van de vorige eeuw ontstond doordat tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel geen nieuwe woningen werden gebouwd en door bombardementen op steden als Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Nijmegen en Rotterdam waren er ook veel verloren gegaan. Dit gevoegd bij de plotselinge bevolkingsgroei van na de oorlog maakte dat er een geweldig te kort aan woonruimte ontstond die de regering dwong tot woningdistributie. Mensen die alleenstaand of met kleine gezinnen in grote huizen woonden kregen inwoning van jonge stellen, in sommige gemeenten ook onvrijwillig. Woningen die vrij kwamen werden door gemeentelijke bureaus huisvesting toegewezen aan mensen die op een wachtlijst stonden. Ook wie eigenaar was van een woning kon niet zelf bepalen wie daarin kon wonen. Tijdens de wederopbouw werden in snel tempo anderhalf miljoen goedkope huurwoningen gebouwd die inmiddels voor een groot deel weer gesloopt zijn.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke schrijver uit de Griekse oudheid schreef fabels zoals De haas en de schildpad?


JUIST!NIET JUIST!

Aesopus

Geschiedenis: Oudheid > gebieden, steden, rijken, volkeren

Byzantijnse Rijk

Het Byzantijnse Rijk was een Romeins keizerrijk met Constantinopel (= stad van Constantijn, later Byzantium en door de Turken Istanboel genoemd) als hoofdstad. De stad werd in 330 n. Chr. door Constantijn de Grote gesticht als de nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, waarvan het oostelijke, Griekssprekende deel op dat moment het meest welvarend en dichtstbevolkt was. In 395 deelde keizer Theodosius I het Romeinse Rijk op in een oostelijk deel, bestuurd vanuit Constantinopel (later Byzantijnse Rijk genoemd) en een westelijk deel, eerst bestuurd vanuit Rome, vanaf 402 vanuit Ravenna. Het Byzantijnse Rijk omvatte op zijn hoogtepunt delen van Europa, Klein-Azië, Palestina en Noord-Afrika. Tot in de elfde eeuw bleef het een grote mogendheid met Byzantium als grootste stad van Europa en het Midden-Oosten. Het rijk was tijdelijk in handen van westerse kruisvaarders (dertiende eeuw) en werd definitief veroverd door de Turken in de vijftiende eeuw. De heerschappij van de Byzantijnse keizer over kerk en staat was bijna absoluut.

Zie ook Byzantijnse kunst en kruistochten.