Internationale beeldende kunst vanaf 1850
Het begrip ‘moderniteit’ in de beeldende kunst laat men doorgaans beginnen met het impressionisme rond 1850. Daarna volgden nog verschillende andere grote ‘ismen’, zoals pointillisme, fauvisme, futurisme, dadaïsme, expressionisme, constructivisme, enz.
Met de revoluties van de jaren zestig van de 20ste eeuw werden de traditionele opvattingen over schoonheid en kunst definitief aan de straat gezet. Daarna wordt ook het begrip ‘moderne kunst’ vervangen door termen als ‘hedendaagse’ of ‘actuele kunst’ en ‘kunst van NU’. Of door 'postmodernistische' kunst.
Dit hoofdstuk biedt informatie over de in artistiek en historisch opzicht meest kenmerkende aspecten van de beeldende kunst, met name in de vorm van werken die getuigen van een bepaalde stroming en van de kunstenaars die veel voor een stroming hebben betekend of om een andere reden bekendheid hebben gekregen.
Woorden en begrippen die algemeen gebruikelijk en bekend zijn, zoals krijt of toets, staan hier niet in, evenmin als woorden die o.i. te specialistisch zijn, zoals assemblage en transmodernisme. Maar wij staan open voor suggesties.
Deze begrippen zou je volgens ons echt moeten kennen.