informele kunst

Term in 1950 geformuleerd door de Franse kunstcriticus Michel Tapié om de vrije spontane veelal abstracte schilderkunst aan te duiden die zich op dat moment in Parijs en elders in Europa, maar ook in Amerika ontwikkelde, en die in de jaren vijftig een hoogtepunt beleefde. Zijn doel was deze kunstvorm te onderscheiden van de in die tijd in Parijs dominerende geometrische abstractie. Internationaal bleef de term vooral voor de Europese tak (waar ook Cobra onder valt) bestaan. Een onderdeel van informele kunst is de zogenaamde materieschilderkunst, waarbij kunstenaars de verf zeer dik opbrengen of deze zelfs mengen met andere materialen als zand en gips.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?


JUIST!NIET JUIST!

Borgia

gulden snede

Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance