materieschilderkunst

Materieschilderkunst is een schildertechniek, ontstaan in de periode 1945-1955 waarin de totale verwoesting waartoe de mens in de Tweede Wereldoorlog in staat was gebleken geleidelijk aan het licht kwam. Een techniek waaruit een aangrijpende kunst voortkwam, die gekenmerkt werd door een minimum aan kleurgebruik, een terugdringen van de schoonheid van het beeld en een zwaar bewerkte ondergrond. Het te bewerken/beschilderen oppervlak werd met stopverf, kalk, zand, as, jute en ander materiaal bewerkt om een ongelijk en zacht-vettig oppervlak te krijgen dat zeer aards aandeed en dat als een kleitablet bewerkt kon worden.
Kunstenaars die deze techniek gebruikten hadden doorgaans een sterk negatieve grondhouding tegenover samenleving en cultuur. Zij richtten zich op het primitieve dat zij aantroffen in muurtekeningen (voorlopers van de hedendaagse graffiti), in tekeningen en andere uitingen van kinderen, geesteszieken en maatschappelijk onaangepasten. Een verlangen naar de oerbron. In Frankrijk gebruikten Jean Fautrier, Wols, Jean Dubuffet, Henri Michaux en Alberto Giacometti de materie-schilderkunst, in Italie Alberto Burri en ook in het strenge Spanje ondervonden Antoni Tàpies en Antonio Saura met deze techniek grote weerklank.

Zie ook informele kunst.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?


JUIST!NIET JUIST!

Borgia

gulden snede

Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance