maat

In een muziekstuk de regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde noten van allerlei tijdsduur. Ze bepalen de ritmische structuur. Elke maat duurt een bepaald aantal tellen, die worden verdeeld over de noten in de maat. Zo ontstaan maatsoorten. Die wordt aan het begin van het stuk aangegeven door twee getallen boven elkaar. Het bovenste geeft het aantal tellen binnen de maat aan, het onderste hoelang elke tel duurt. De noot waarop de klemtoon ligt duurt altijd langer dan de onbeklemtoonde. Enkelvoudige maten hebben maar één noot met een klemtoon. Samengestelde maten twee of meer. In het muziekschrift worden maten aangegeven met verticale maatstrepen.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?


JUIST!NIET JUIST!

Borgia

gulden snede

Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance