congenitaal

Congenitaal betekent 'aangeboren', een ziekte of afwijking waarmee je ter wereld komt. De ziekte of afwijking kan erfelijk zijn, maar niet iedere erfelijke aandoening is aangeboren en komt al bij de geboorte tot uiting. Niet-erfelijke aangeboren aandoeningen zijn bijvoorbeeld afwijkingen die tijdens de zwangerschap ontstaan, zoals congenitale heupdysplasie of congenitaal rubellasyndroom (aangeboren afwijkingen bij het kind doordat de moeder tijdens de zwangerschap rode hond) heeft gehad.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke klier in het menselijk lichaam maakt insuline aan?


JUIST!NIET JUIST!

alvleesklier

Levenswetenschappen > biologie (o.a anatomie en fysiologie) en scheikunde

adaptatie

Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.