embryo
Ongeboren vrucht. Benaming voor een zich ontwikkelend plantaardig of dierlijk organisme tijdens de eerste delingen van de eicel na bevruchting. Bij de mens en andere zoogdieren splitst het celklompje zich al snel (differentiatie) in drie verschillende basisweefsels, de kiembladen. Daaruit ontwikkelt zich daarna een aantal specifieke weefsels en organen. Bij de mens vindt deze ontwikkeling plaats in de periode van de vierde tot en met de twaalfde week, die wel embryonale periode wordt genoemd. Een embryo van ongeveer drie maanden heeft een lengte van negen centimeter. Hierna vindt in de foetale periode een verdere uitrijping plaats en spreekt men van foetus.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance