zenuwcel

De zenuwcel (synoniem: neuron) is de basiscel van het zenuwstelsel. Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam, een uitloper (axon met vertakkingen (dendrieten). Zenuwcellen geleiden elektrische signalen. Het elektrische signaal wordt aan het eind van de zenuwcel, in de synaps, omgezet in een chemisch signaal (de neurotransmitter), die de aangrenzende zenuwcel activeert of remt. Zo worden signalen in het lichaam doorgegeven of tegengehouden. Het niet-geleidend weefsel in het zenuwstelsel dat de neuronen beschermt, steunt en van elkaar isoleert, is het gliaweefsel.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke klier in het menselijk lichaam maakt insuline aan?


JUIST!NIET JUIST!

alvleesklier

Levenswetenschappen > biologie (o.a anatomie en fysiologie) en scheikunde

adaptatie

Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.