magneet
Een voorwerp dat ijzer, nikkel en andere zogeheten magnetische materialen aantrekt. Elke magneet bezit twee polen, die men als noord- en zuidpool aanduidt. Magneten oefenen krachten op elkaar uit, waarbij tegengestelde polen elkaar aantrekken en gelijke polen elkaar afstoten. Bij de beschrijving van de wisselwerking tussen magneten is elke magneet omgeven door een magnetisch veld, dat van pool tot pool loopt. Een kompasnaald richt zich naar het plaatselijk magnetisch veld van de aarde, dat is ongeveer de richting noord tot zuid.
Zie ook elektromagneet.
Welke klier in het menselijk lichaam maakt insuline aan?
adaptatie
Adaptatie is de wijze waarop een levend organisme zich aanpast aan een wijziging van zijn leefomstandigheden. Dat kan gaan om een tijdelijke verandering bij een kortdurende wijziging, zoals vogels die bij felle kou hun verenpak opzetten. De leefomgeving kan ook blijvend veranderen, waardoor sommige organismen bepaalde blijvende eigenschappen ontwikkelen. Deze veranderingen worden erfelijk vastgelegd en aan het nageslacht doorgeven. Zo merkte Darwin op dat de door hem bestudeerde vinken verschillende snavels ontwikkelden al naargelang de omgeving waarin zij leefden.
