Amsterdams Impressionisme

Deze term raakte in zwang voor een aantal, aan het eind van de 19e eeuw, in en rond Amsterdam werkende kunstenaars, onder wie George Hendrik Breitner, Isaac Israëls, Jacobus van Looy, Suze Robertson, Floris Verster en Willem Witsen. Zij gebruikten niet de vrolijke kleuren van de Franse impressionisten, noch het zilvergrijs van de Haagse School, maar brachten hun onderwerpen, vooral stadsgezichten, stillevens en portretten, in donkere kleuren en zware penseelstreken. Allen waren zij leerling van August Allebé. Als meest typerend voor dit impressionisme wordt het werk van Breitner gezien.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?


JUIST!NIET JUIST!

Hans Christian Andersen

gulden snede

Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance