Toon Verhoef
(1946) Schilder. Kwam in 1975 naar buiten met langgerekte verticale doeken waarin hij een spel speelde met slappe driehoekige vormen, neergezet in vage rafelige verfstreken in tinten blauw groen roodbruin en veel wit, en tevens resultaat van een langdurig proces van toevoegen en weghalen met o.a. het paletmes. Het langwerpige formaat en deze wijze van schilderen zette hij voort ook sinds hij andere vormen als onderwerp kiest, die bijvoorbeeld aan woekeringen in de natuur doen denken.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance
