Betje Wolff en Aagje Deken
Elisabeth Wolff-Bekker (1738-1804) en Agatha Deken (1741-1804) vormden een schrijfstersduo. Betje was na een gefnuikte liefdesaffaire gevlucht in een huwelijk met een dertig jaar oudere predikant in de Beemster. Daar ontwikkelde ze haar schrijftalent, onder andere in spectatoriale tijdschriften. Na de dood van haar man waren zij en haar vriendin Aagje onafscheidelijk. Samen schreven zij romans in brieven, waarvan de Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart (1782) het succesvolst was.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
ooievaar
Geluksbrenger. De terugkerende ooievaars werden gezien als voorboden van de lente. En als een paar op een dak van een huis nestelde, geloofde men dat de bewoners een voorspoedig jaar tegemoet gingen. De ooievaar als brenger van kindertjes stamt uit Duitsland en is pas begin negentiende eeuw naar Nederland overgewaaid. Het paste wel bij de tijd dat nog niet openlijk over seksualiteit en geboorte werd gesproken. De gewoonte om als een kind is geboren een houten ooievaar in de tuin te zetten komt ook uit Duitsland maar is in Nederland van later datum, zo begin twintigste eeuw.
