Bredero
Gerbrand Adriaensz (1585-1618) Amsterdamse dichter. Schreef humoristische ('boertige'), erotische en religieuze liederen, eerst verzameld in kleine liedboekjes, daarna in het Groot Lied-boeck, en toneelstukken zoals de Klucht van de Koe, Moortje en Spaanschen Brabander. Het laatste stuk begint met een karakteristiek van Amsterdam door de kale Antwerpse jonker Jerolimo: 'T'is wel een schoone stadt, moor 't volcxken is te vies.' Bredero is een meester in het weergeven van de volkstaal.
Welke adellijke familie speelde de hoofdrol in De scharlaken stad van Hella Haasse?
ooievaar
Geluksbrenger. De terugkerende ooievaars werden gezien als voorboden van de lente. En als een paar op een dak van een huis nestelde, geloofde men dat de bewoners een voorspoedig jaar tegemoet gingen. De ooievaar als brenger van kindertjes stamt uit Duitsland en is pas begin negentiende eeuw naar Nederland overgewaaid. Het paste wel bij de tijd dat nog niet openlijk over seksualiteit en geboorte werd gesproken. De gewoonte om als een kind is geboren een houten ooievaar in de tuin te zetten komt ook uit Duitsland maar is in Nederland van later datum, zo begin twintigste eeuw.