Boeddha
(Sanskriet: de ontwaakte, verlichte) Titel waarmee de Indiase vorstenzoon Siddharta Gautama (circa 566-486 v.Chr.) als stichter van het Boeddhisme geldt. Voor zijn leven bestaan echter geen historische bewijzen.
Op zoek naar de bevrijding uit de onvoorspelbaarheid en het lijden van het bestaan, verliet de oorspronkelijk als hindoe opgegroeide Gautama het paleis van zijn vader ('het grote verzaken') en vond zijn heil, niet in yoga of in strenge ascese (beheersing van begeerten), maar in meditatie.
In zijn 'verlichting' (Sanskriet: bodhi), vond hij de 'vier waarheden'. De waarheid van het lijden, de oorsprong en de overwinning ervan en het achtvoudig pad tot de opheffing ervan. Daarna verzamelde Boeddha een gemeenschap van leerlingen, met name monniken, voor de beoefening en de verkondiging van de door hem gevonden heilsweg. Die gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de mens, zonder geloof in een persoonlijke, goddelijke schepper.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance