dialect
Streektaal, streekgebonden variant van een taal. Soms is er tussen dialecten vrijwel uitsluitend verschil in de uitspraak (vergelijk Amsterdams en Haags), soms ook in de woordenschat (Haags tegenover Twents).
Dialecten van één taal hebben vrijwel dezelfde structuur en historische achtergrond: daarom is Fries geen dialect van het Nederlands, maar Gronings wel. Vaak ook spelen geografische en politieke omstandigheden een rol. Zo liggen Twents en Platt-Deutsch (tussen Gronau en Berlijn) dichter bij elkaar dan Twents en Maastrichts, maar wordt Twents als een dialect van het Nederlands, en Platt-Deutsch als een dialect van het Duits beschouwd.
Is een dialect niet aan een streek, maar aan een sociale laag gebonden (arbeiderstaal, corpsballentaal, hulpverlenerstaal), dan spreken we van een sociolect. Het typische taaleigen van een persoon noemen we een idiolect.
Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?
clair-obscur
(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.
De 10 meest gezochte woorden en begrippen van de afgelopen week
- als klap op de vuurpijl
- ijs en weder dienende
- zout in de wond strooien
- water en vuur zijn
- ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was
- waar het hart vol is loopt de mond van over
- met een kluitje in het riet sturen
- als de vos de passie preekt
- de kastanjes uit het vuur halen
- vinger aan de pols houden