musical
Afkorting van musical comedy. Blijspel bestaande uit nummers voor orkest, koor, solisten, dans en sketches in een duidelijke verhaallijn. Meestal met rijke aankleding van decors en kostuums. In de tweede helft van de 19de eeuw in New York ontstaan (ZieThe Black Crook en Show Boat Musical) maar pas na 1960 in Nederland tot bloei gekomen. Internationaal bekende musicals waren (in alfabetische volgorde) AChorus Line, Annie Get Your Gun, Cabaret, Cats, Chicago, Evita, Fiddler On The Roof (Anatevka), Grease, Hair, Jesus Christ Superstar, My Fair Lady, Les Misérables, Oklahoma, Phantom Of The Opera, Porgy And Bess, Show Boat Musical, The Sound Of Music en West Side Story. Zie ook Bernstein, Gershwin, Kern, Lloyd Webber, Porter, Rodgers en Hammerstein II, Robbins en Weill.
De eerste grote musicals in Nederland waren West Side Story en My Fair Lady. Oorspronkelijke Nederlandse musicals werden na 1970 met groot succes gemaakt door Annie M.G. Schmidt (tekst), Harry Bannink (muziek): En nu naar bed (1975) en Foxtrot (1980). Sinds eind jaren '80 produceert Joop van den Ende groot gemonteerde musicals die soms jaren op het repertoire blijven, zoals Les Misérables, Mama Mia!, of Ciske de Rat.
Wie schreef het sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer'?
gulden snede
Verdeling van een lijnsegment in twee delen, zodanig dat het kleinste stuk staat tot het grootste als het grootste tot het geheel. Wordt wel gezien als de ideale verhouding bij de toepassing van architectonische ontwerpen. Opvallend is hoe vaak gulden-snedeverhoudingen worden aangetroffen in als geslaagd gekenschetste bouwwerken.
Zie ook hoofdstuk Wiskunde en Beeldende kunst tot de Renaissance