goniometrie

Deel van wiskunde dat zich bezighoudt met de eigenschappen van, en de betrekkingen tussen, de goniometrische verhoudingen. Deze zijn de sinus, de cosinus en de tangens van een hoek, die op hun beurt gedefinieerd zijn als verhoudingen tussen de lengten van de drie zijden in een rechthoekige driehoek. Men past de goniometrie onder andere toe bij het landmeten, om afstanden te bepalen tussen moeilijk bereikbare plekken door middel van het meten van hoeken. Deze speciale toepassing, die gebruik maakt van netwerken van driehoeken, heet driehoeksmeting. Zij werd in de zestiende eeuw door Gemma Frisius bedacht en door Willebrord Snellius rond 1618 voor het eerst in de praktijk toegepast.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.