graad

1. Eenheid waarin de grootte van een hoek wordt uitgedrukt: een rechte hoek telt 90 graden.

2. In de algebra: de hoogste macht waarin de veranderlijke in een vergelijking voorkomt; men spreekt van tweedegraadsveelterm, derdegraadsveelterm, enzovoort.
Bij temperatuur- en intensiteitsmetingen heeft 'graad' een andere betekenis.

Quizvraag v/d week

Woord v/d week

Meest gezocht deze week

Welke jong gestorven schilder maakte het schilderij De stier?


JUIST!NIET JUIST!

Paulus Potter

clair-obscur

(Frans: licht-donker) Term in de schilderkunst voor de stijl met sterke contrasten tussen licht en schaduw, waarbij veel licht valt op wat de schilder het belangrijkste element in de afbeelding vindt. Ook wel chiaroscuro genoemd.